Net als bij de verwerving van de moedertaal richten we ons op de automatische vaardigheden die worden ontwikkeld in mondelinge communicatie en interactie.

Vanaf zeer jonge leeftijd is het belangrijkste voor kinderen het verwerven van het fonetisch systeem (perceptie en uitspraak van nieuwe klanken) en het creëren van automatische patronen in eenvoudige, vertrouwde contexten.

Al onze trainingen zijn gebaseerd op de aanpak “Learning bu doing”. Vanuit dit oogpunt zijn kinderen niet alleen luisteraars en toeschouwers, maar spelen ze ook een rol in hun eigen leerproces.

Dit leerproces stelt studenten in staat om hun kennis op te bouwen en te ontwikkelen door volledig geïntegreerd te zijn in het cursusscenario.

We baseren onze training op het begrijpen en assimileren van woordenschat uit de wereld van kinderen: het gezin, dieren, thuis, school, hobby’s, etc. Dit wordt op een leuke manier gedaan door bijvoorbeeld rijmpjes, spelletjes, mime, knutselen of liedjes te combineren, zodat het kind leert “zonder het te beseffen”.

Naarmate ze vorderen op school, zullen kinderen hun vaardigheden uitbreiden, vooral op het gebied van begrijpend lezen en schriftelijke productie. We introduceren deze veranderingen geleidelijk en op natuurlijke wijze in onze programma’s vanaf het 3^e leerjaar.

Tot het 2^e leerjaar hebben de meeste kinderen een vergelijkbaar ‘niveau’, dus maken we groepen per leeftijdsgroep. Vanaf het 3^e leerjaar beginnen niveauverschillen zich al af te tekenen. Daarom wordt er vanaf dat jaar bij het samenstellen van onze groepen zoveel mogelijk rekening gehouden met het werkelijke niveau in de bestudeerde taal.

Dit betekent dat het leren meer gepersonaliseerd kan worden, wat op zijn beurt betere vooruitgang betekent.